Wereldwijd zijn er miljarden mensen die aan een verslaving lijden. Hoe kan het dat mensen verslaafd zijn? Deels doordat dit genetisch bepaald is en deels door omgevingsfactoren. Wanneer je door beide factoren geprikkeld wordt, kun je een gokverslaving krijgen.

Onderzoeksaspecten
Hoogleraar psychopathologie, Jacqueline Vink, van de Radboud Universiteit in Nijmegen heeft onderzoek gedaan naar verslavingen. Haar onderzoeksvraag was als volgt: ‘Hoe groot is de kans dat je verslaafd raakt als je een bepaalde erfelijke gevoeligheid voor verslaving hebt? En hoe verhoudt dit gegeven zich tot de omgeving waarin je zit? “Het is al bekend dat de ‘rol van opvoeding’ meespeelt bij het risico op verslaving” geeft Vink aan. “Kinderen van ouders die verslaafd zijn hebben een grotere aanleg zelf ook verslaafd te raken.” Ook door de ontwikkelingen voor onderzoek naar erfelijkheid heeft dit onderzoek plaats kunnen vinden.

‘Geluksstofje’
In de hersenen zit een stof die bekend staat als ‘geluksstof’. Deze stof, dopamine, zorgt ervoor dat je geluk kunt ervaren. Wanneer je een sigaret rookt, wordt deze stof bijvoorbeeld meer vrijgemaakt. Ook tijdens het winnen van een potje blackjack komt deze stof vrij, waardoor je een soort ‘beloningsgevoel’ ervaart. Dit stofje bepaald natuurlijk niet alleen of je wel of niet verslaafd raakt, want iedereen kan dit aanmaken. Er zijn veel meer factoren die erbij komen kijken voordat je kunt spreken van een verslaving. De hoeveelheid die hiervan wordt vrijgemaakt verschilt per persoon. Dit is een grotendeels erfelijk fenomeen

Omgeving
Omgeving speelt evenals erfelijkheid een groot deel mee op verslavingsrisico’s. De samenhang tussen omgeving en erfelijk bepalen uiteindelijk of je verslaafd raakt, maar ook of je weer van je verslaving af kunt komen. Het is dan een strijd tussen erfelijkheid en omgeving. Je kunt bijvoorbeeld niet ineens stoppen met gokken, zodra dit aan je wordt verboden. De zwaarte van een verslaving wordt hierdoor wel weer als erfelijk beschouwen. Dat je verslaafd raakt komt door de omgeving, maar hoe erg je verslaafd raakt ligt dus aan het gevoel dat je erbij krijgt, dus aan de dopamine.

Conclusie
Het ligt dus aan veel factoren of je ergens verslaafd aan raakt, maar de grote van de verslaving is erfelijk bepaald. Zo kunnen mensen die een verslaving aan gokken hebben, ook makkelijker verslaafd raken aan andere zaken, oftewel: verslavingsgevoeliger zijn.